Om les te mogen geven in de hogere graden van het secundair onderwijs dient men het diploma van een educatieve masteropleiding te behalen. Voor wiskunde verkrijgt men een vereiste bekwaamheid door Vakdidactiek Wiskunde I te volgen in die educatieve master.
De Educatieve Masteropleiding Wetenschap en Technologie is een tweejarige master bestaande uit 120 studiepunten, met een voorbereidingsprogramma van 15 studiepunten. Deze opleiding combineert onderwijskundige vakken met domeinvakken. De 15 studiepunten van het voorbereidingsprogramma kunnen reeds behaald worden in de bachelor wiskunde door de minor “Onderwijs” te kiezen. Wie deze minor niet gevolgd heeft kan toch de educatieve masteropleiding aanvatten, mist het voorbereidingsprogramma van 15 STP ook (extra) op te nemen.
Wie de domeinmaster master wiskunde volgt kan achteraf als zij-instromer een verkorte vorm van de Educatieve master Wetenschappen en Technologie volgen. Dit houdt in: vrijstellingen voor de domeinvakken. Rest nog te doen: de educatieve component van de masterproef (9 STP) en de vakken van de component leraar (inclusief het voorbereidingsprogramma indien nog niet afgewerkt in de bachelor, dus alnaargelang, 36 of 51 STP).
Wie via keuzevakken en een gepaste minorkeuze in de bachelor minstens 30 studiepunten credits fysicavakken haalde, kan als keuzevak in de educatieve master Wetenschappen en Technologie de vakdidactiek natuurkunde opnemen en zo ook vereiste onderwijsbevoegdheid krijgen voor het vak natuurkunde, bovenop dit voor wiskunde.
Het diploma van een educatieve master fungeert ook als opleiding om les te geven in het hoger onderwijs en om in te staan voor bedrijfsopleidingen en vormingsprogramma’s.
Hier geven we een beknopt overzicht van de vakken in de educatieve master. Meer details kan je vinden in de studiegids.